Ik haat Poëzie
De verhalen die we binnenkregen waren ontzettend divers: van audio-opnames vol spoken word tot film-inzendingen zonder ook maar een woord tekst, van sprookjesachtige verhalen over slakken tot zachte liefdesliedjes. En zo uiteenlopend als de verhalen waren, waren ook de meningen van jury: waar sommigen van ons een groot ‘dit moet winnen’-kruis bij een verhaal hadden gezet, vonden anderen de stijl daarvan minder dan van hun eigen favorieten. Er zaten verhalen bij die veel tegelijk probeerden te vertellen of juist eenduidig waren, verhalen die fantastisch waren uitgewerkt maar waarvan de boodschap minder sterk was, en andersom.
Een verhaal dat van begin tot eind fascineerde, daar zochten we naar. Zo waren we bijvoorbeeld erg gecharmeerd van Opstaan – een spoken word film. Interessant tot aan het einde, waar het licht aanging, zowel in tekst als beeld – goed uitgevoerd. Ook humor en herkenbaarheid deden het goed, zoals in Mam Mobiel belt, een korte video over opstaan in de volste betekenis van het woord. In Soms val je vonden we interessante levenslessen terug – of ze nu van of aan de hoofdpersoon waren gericht, en elk van ons werd gegrepen door de stille vechtscène in We were 6 and 7.
Uiteindelijk bleven we met drie verhalen over, waaruit het kiezen van een winnaar moeilijk werd.
De tijd, de plaats en de zinloosheid van Charlotte Lipić – een prachtig persoonlijk verhaal in een heldere stijl. ‘Ik volg papa’s knoopjes tot aan zijn kraag,’ begint het, en vanaf die eerste zin waren we direct mee, door dat woordje ‘papa’ en door het langzame uitzoomen, tot de situatie pijnlijk invoelbaar wordt.
Ook de video Ik haat poëzie hield ons lang aan de praat: een kwalitatief fantastisch uitgevoerde korte film, een aanklacht tegen de literaire wereld. ‘Ik haat poëzie, ik ben er niet mee opgegroeid,’ vertelt dichter Lemuël de Graav op zijn badslippers. Scherpe humor, snelle beelden én een duidelijke boodschap. In het maken zat veel tijd en aandacht en dat was duidelijk terug te zien.
Tenslotte het verhaal Ik mis mijn gezicht van Swaan Levy Janssen, waarin hoofdpersonage Esther zonder gezicht wakker wordt en probeert een gesprek aan te gaan tijdens het ontbijt, wat zonder gezicht natuurlijk niet lukt. Een verhaal veel groter dan 375 woorden, met een ontzettende spanning tussen de regels. Aan het eind dachten we allemaal: wat gebeurt er verder?
Na een lang overleg vol punten tellen en tegenargumenten, hebben we uiteindelijk een winnaar gekozen. Dit verhaal voelde van alle inzendingen het nieuwst, maakte ons enthousiast – één van ons schreef ‘Yes!’ in haar aantekeningen – dit was fresh. We wilden meer, en we weten zeker dat er van deze maker nog veel meer gaat komen.
Gefeliciteerd aan de winnaar van de allereerste ILFU Verhalenwedstrijd: Lemuël de Graav, met Ik haat poëzie.